Waarom zijn er kerkdiensten?
De gewoonte dat christenen op zondagochtend kerkdiensten houden, heeft te maken met een leeg graf. Daarmee raken we de kern van het christelijk geloof. Drie dagen nadat Jezus aan het kruis stierf en begraven werd, stond Hij op uit de dood – en dat was op een zondagochtend (Mattheüs 28:1). Vandaar dat elke kerkdienst een klein beetje Pasen is. Er is feest omdat Jezus de dood voor ons heeft overwonnen. Hij leeft (Markus 16:6) en Hij is een ervaarbare realiteit die in een kerkdienst aanwezig is. Beslissend hierbij is de belofte van Jezus in Mattheüs 18:20 ‘Waar twee of drie mensen in Mijn naam samen zijn, ben Ik in hun midden.’
Je kunt stellen dat een kerkdienst met alle verschillende elementen van bidden, zingen, luisteren naar de Bijbel, zegen etc. een plek is om met God te communiceren. Sterker nog! Om een beeld uit de computerwereld te gebruiken: een kerkdienst is een soort interface waar God en mens elkaar raken en beïnvloeden. En het werkt allemaal door het aanroepen van deze bijzondere naam: Jezus (Handelingen 2:21; 1 Korintiërs 1:2).
Een kerkdienst begint dus daar waar twee of drie mensen bij elkaar komen in Jezus’ naam. Het gaat niet om de juiste plaats of tijd (Johannes 4:21-24); maar het is goed deze ontmoeting met God af te spreken. Eigenlijk zou dit op elke dag van de week kunnen maar de eerste christenen hebben juist de dag gekozen waar Jezus uit het graf opstond en aan zijn discipelen verscheen met de woorden: Vrede! (Johannes 20:19)
Alles wat zich in een kerkdienst afspeelt kun je weergeven met de woorden: actie & reactie, of: woord & antwoord. Het is de wisselwerking van wat God zegt of doet – en hoe wij hierop antwoorden (meer hierover in: Gebed in een kerkdienst). Uiteraard kun je God niet in een schema persen – Hij blijft soeverein – maar het ontroert mij telkens te zien wat er allemaal gebeurt wanneer mensen God toelaten om zijn werk aan ons en door ons te verrichten.