Schilderrij: De verloren zoon; Rembrandt.

Genade (van God)

Een van de belangrijkste kernwaardes van het christelijk geloof is genade. Het gaat om de manier hoe God met de mens omgaat. Genade is net als ‘de Wet’ een princiep van handelen; het verrassende is dat beide principes haaks op elkaar staan. Volgens de Wet handelt God met de mens wat deze verdient (aan loon of straf); volgens genade handelt God juist niet op basis wat de mens had verdiend maar wat Hij onverwachts vanuit zijn goedheid geeft.  

De verloren zoonHet verhaal van de verloren zoon in Lukas 15 is een prachtige illustratie van beide principes. Het is vooral een blik in het genadige Vaderhart van God. Toen de verloren zoon tot de Vader terugkeerde, hopte hij de positie van een dienstknecht te krijgen. Maar zijn Vader gaf hem niet wat deze misschien verdiend had maar overlaadt hem met tekenen van zijn blijdschap. Hij mag weer de positie van een zoon met volle rechten innemen en er moest een vreugdefeest worden gehouden.

Zijn oudere broer leefde volgens het principe van de Wet. Heel logisch concludeert hij in zijn Wets-denken dat zijn zondige broer dit feest niet verdiend had. Zijn zonden mogen niet nog worden beloond! Als er iemand een feest verdiend had, dan hijzelf! In zijn verwijt naar Vader komt zijn rechts-denken aan het licht. Zijn woordkeuze zegt veel over hemzelf: “Ik dien u nu al zoveel jaren en nooit heb ik een gebod van u overtreden, maar mij hebt u nog nooit een bokje gegeven om met mijn vrienden feest te vieren” (Luk. 15:29).

Deze plichtsgetrouwe zoon kan en wil de handelwijze van Vader niet begrijpen. Hij voelt dat Vader hem onrecht gedaan heeft door zijn broer zo te belonen met goedheid. Hij denkt: ‘Deze zondige broer heeft geen genade verdiend maar straf. Dit is niet eerlijk!’

Het is waar, genade lijkt niet eerlijk als men het vanuit de categorie van de Wet bekijkt. Maar Vader handelt in zijn genade niet onrechtmatig. Hij heeft toch de erfenis verdeeld aan beide zonen (15:12). Oké, de jongere maakt het allemaal op (15:13-14) maar de oudere aanvaardt het niet eens (15:31). Hij heeft een probleem met Vader en met de manier hoe hij vol genade is naar zijn verloren zoon die teruggekeerd is.

Genade wordt niet verdient, ze wordt vrij geschonken en moet ook worden aanvaardt. Het probleem van de oudere broer – en misschien van veel ‘oudere broers’ van onze tijd –  is dat ze het woord genade misschien kennen maar dat ze genade van God niet in hun leven hebben toegelaten. Ze willen door God volgens de Wet worden behandeld en geen beroep op genade doen. Als christenen willen leven van Gods genade maar anderen genadeloos bejegenen in woord of uitstraling, dan klopt iets niet met hun geloof. 

Genade toelaten betekent voor jezelf: afstand nemen van je denken dat je voor God iets hebt verdiend. Je staat dan met lege handen voor een genadige Vader. Laten we vasthouden: voor een (gebroken) mens betekent de ervaring van Gods genade:

  1. Niet krijgen wat je wel had verdiend.
  2. Wel krijgen wat je nooit had kunnen verdienen.

Wij willen niet alleen een gemeente zijn waar Christus centraal staat maar wij willen ook een gemeente zijn die leeft van Gods genade en anderen dezelfde genade gunt.